Afgelopen juli was het bijna twee jaar geleden dat ik de eerste foto’s maakte voor wat toen nog Time and tide deel twee heette. De eerste foto’s stammen uit september 2021, ik wilde, nog voor de tentoonstelling bij Museum Panorama Mesdag opende, beginnen aan een vervolg project. Zelfde thematiek, beter gezegd zelfde geografische kader, namelijk de kust en de wisselwerking tussen land en zee, maar nu buiten Nederland: F I N I S T E R R E. En dat niet alleen, ik wilde ook gaan onderzoeken wat het fotograferen in kleur op zou leveren. En kon ik ook nog ‘gewoon’ kon fotograferen, dat wil zeggen iets anders dan panorama’s. En was het misschien een idee om ook luchtfoto’s te gaan maken, moest de drone mee op reis ?
De eerste reizen waren redelijk dichtbij, naar de kust ten zuiden van Calais of naar de Waddenkust in Ostfriesland. Om locaties te vinden zocht ik op topografische kaarten en bij Google Maps. Soms was de geselecteerde plek erg toeristisch, maar kon ik de dagjesmensen vermijden door rond zonsopgang en zonsondergang te fotograferen. Nu was ik al tijdens Time and tide vaker en vaker op die uitgesproken tijdstippen gaan fotograferen, en ik was meer en meer gecharmeerd geraakt van het uitgesproken en fraaie licht, waarbij ik voor lief nam dat ik in zwart-wit werkte. Maar voor het vervolg van het project kon ik goed gebruik maken van het gouden en het blauwe uur. Tijdstippen waarop het licht niet alleen een duidelijke richting heeft, maar ook momenten van de dag waarop de kleur van het licht zich manifesteert. Dit komt doordat de ‘kleur’ van het licht, beter gezegd de kleurtemperatuur, door de camera vastgelegd wordt; vroeger zorgde de film in de camera hiervoor, tegenwoordig is het de sensor die de kleuren laat zien, kleuren die het menselijk oog niet of in ieder geval veel minder waarneemt.
Twee maal dezelfde zonsopgang in Normandië, zelfde dag (4 september jl.), drone foto’s met als vertrekpunt Cap Manvieux. Tussen de opnames zitten vier minuten: links 7:38 u met de krijtrotsen richting Gold Beach, rechts 7:42 u, restanten van caissons die de buitenring vormden van de Mulberry havens die direct na D-day aangelegd zijn.
Omdat er deze zomer bijna twee jaar verstreken waren, vond ik het hoog tijd worden om te evalueren. Wat was er terecht gekomen van de oorspronkelijke doelstellingen? Welnu, over de panorama-fotografie kan ik kort zijn, ik had snel geleerd om de verleiding van steeds weer een ‘pano’ te weerstaan (en dat er af en toe nog een pano tussendoor glipt, soit). Zwart-wit fotograferen wordt evenmin gemist, integendeel zoals de recente foto’s laten zien. De belangrijkste conclusie van de evaluatie is dat er in grote mate sprake is van Wysiwyg: what you see is what you get.
(<< Bretonse rotsen aan de Côtes-d’Armor)
Wat ik daarmee bedoel is dat ik me bij het zoeken naar locaties laat leiden door reisgidsen, topografische kaarten en Google Maps en dat dit terug komt in het resultaat. Wat gids of kaart onder mijn aandacht brengt en waar ik besluit te gaan fotograferen, zijn fotogenieke, visueel aantrekkelijke plekken. Weliswaar vermijd ik plekken die al te clichématig zijn, maar de geraadpleegde bronnen zijn ook zeer sturend. Als je bijvoorbeeld kiest voor de Normandische invasiekust, dan krijg je uiteraard met D-day restanten te maken. Maar in hetzelfde Normandië zijn ook eroderende krijtrotsen te vinden, een erosie die door de klimaatverandering versneld wordt en in de hele serie is met name de zeespiegelstijging een terugkerend thema. Maar hoewel bijvoorbeeld de monumentale en met verdwijnen bedreigde Deense duinen ook vertegenwoordigd zijn, is de klimaatverandering niet het hoofdthema van de serie. Sterker nog er is niet één inhoudelijk thema, of het moet zijn dat het een persoonlijke verzameling zeegezichten is.
Het ontbreken van een duidelijk thema, concept heet dat geloof ik tegenwoordig, maakt het overigens wel lastig om in dit stadium met het project naar buiten te treden. Maar haast heb ik niet, en zoals ik bij eerdere projecten ook al gemerkt, het is vaak een goed idee om het geheel te laten rijpen. Ondertussen is het wel duidelijk dat het geen documentair project is waarbij alle aspecten van de Europe kustlijn vertegenwoordigd moeten zijn. Sterker nog, juist díe zeegezichten die ruimte voor de verbeelding laten, bevallen het meest. En dat zijn vrijwel uitsluitend opnames die een zekere abstractie hebben, opnames die zonder uitzondering met de drone gemaakt zijn.
Om het werken aan het vervolg van F I N I S T E R R E een impuls te geven heb ik daarom besloten om voortaan op reis alleen de drone mee te nemen. Om dit direct uit te proberen ben ik in september opnieuw naar Bretagne gegaan, maar niet zonder een tussenstop in Normandië. Ja het was ook een kleine vakantie, zelfs de Mont Saint Michel is bezocht 😉 zie bovenstaande foto van la Baie du Mont-Saint-Michel.
In Bretagne heb ik vooral aan Côtes-d’Armor gefotografeerd, de kusten van het land aan de zee. Alleen werken met de drone was een verademing, geen keuze stress meer. Wel ondertussen alle mogelijkheden van het gekozen ‘gereedschap’ uitgebuit. Want anders dan bij de klassieke helikopter luchtfotografie, kom ik nu meer met varianten in hoogte en afstand werken. En het vliegen-fotograferen kon bij allerlei verschillende weersomstandigheden uitgevoerd worden.
Hierboven de Côte de Granit Rose met links het silhouet van de fotograaf (geen selfie maar een ‘dronie’), rechts de monumentale roze rotzen van dichtbij. Een verdere selectie van foto’s die ik deze nazomer maakte onderstaand.